Rookkanalen
Iedere haard (met uitzondering van een elektrische) produceert rookgassen. Die rookgassen moeten worden afgevoerd. Het type toestel bepaald in feite wat er aan rookgas afvoermateriaal noodzakelijk is.
Wij onderscheiden derhalve 3 hoofdgroepen:
1. Openhaarden, houtkachels en gashaarden (open verbranding)
Deze toestellen hebben allemaal een verticaal afvoerkanaal nodig. Het doel is te zorgen voor een snelle afvoer van de hete verbrandingsgassen, de omgeving isoleren en deze beschermen tegen de hete rookgassen. Rookkanalen zijn er in diverse soorten. Dit kan zijn; een gemetselde schoorsteen, een keramisch rookkanaal of een afvoerpijp (meestal van RVS). In alle gevallen geldt dat er geen direct contact mag zijn met brandbare vloeren, vloerdelen of decoratieve wandelementen. Verder moet een rookkanaal voor dit soort haarden zo weinig mogelijk bochten bevatten en zeker geen bochten van meer dan 45 graden. Bochten verslechteren de goede trek en bevorderen de afzetting van teer- en roetresten aan de binnenkant van het rookkanaal.
2. Gashaarden (gesloten verbranding)
Omdat hier gebruik wordt gemaakt van een concentrisch kanaal (pijp in pijp) gelden er andere eisen. Ten eerste hoeft het kanaal niet persé verticaal te zijn maar kan deze ook horizontaal via een buitenmuur aangesloten worden. Vaak zijn lengtes tot circa drie meter horizontaal toegestaan. Indien horizontaal aansluiten niet mogelijk is kan men ook verticaal gaan. Vanaf circa één meter heeft men al voldoende trek opgebouwd. Lengtes tot circa twaalf meter zijn vaak mogelijk. Ook hoeft de pijp hier niet boven de nok van het dak uit te komen wat bij houthaarden wel noodzakelijk is. Bij woningen zonder schoorsteen kan je op deze manier toch een mooie haard plaatsen. Ook liggen de kosten vaak veel lager dan het laten metselen van een schoorsteen.